Nederlandsekop
Dutch French

Verslag Reis Senegal november 2016

(door Ariane en Patricia De Laet)

Enkele maanden geleden kreeg ik een mailbericht met de melding dat de er in november een rondreis naar Senegal werd georganiseerd, met een bezoek aan ONS project. Dit kon ik natuurlijk niet laten voorbijgaan. Voor mijn echtgenoot was meegaan geen echte optie dus zou dit – zoals in onze jeugd – een reisje worden met mijn zus Patricia.

Samen met enkele mede-reizigers start onze trip aan het Crown Plaza waar we samen de bus naar Zaventem nemen. Boarding passen ontvangen, bagage inchecken, als echte vrouwen nog even geuren snuiven in de tax-free shop, koffie en dan is het eindelijk tijd om te boarden. Eerste verrassing : Carl, een oude vriend gaat ook mee! Joepie, veel bij te praten.

Na een vlekkeloze vlucht van +/- 5u30 landen we in Dakar, hoofdstad van Senegal. Op z’n afrikaans de bagagecontrole omzeilen en de bus op voor een korte rondleiding in de hoofdstad. Een drukte van jewelste en een schril contrast tussen rijk en arm, tussen grote sjieke auto’s en gammele bakken, tussen mooie villa’s en krotten. Alhoewel er in dit land  voldoende eten is voor iedereen, de overheid tracht om iedereen onderwijs te laten genieten en de president dichter bij de mensen staat dan in de omliggende landen, is er nog veel werk aan de winkel. In Senegal is 90% van de bevolking islamitisch, 10% christen (verdeeld tussen katholieken en protestanten) en 100% animistisch en slagen zij er wel in om allemaal vredig met elkaar om te gaan.

Aangekomen in het hotel waar we verwelkomd worden met een lokaal drankje blijkt Thierry dringend verzorging nodig te hebben. Gelukkig reist Dr. Jan mee voor een snelle diagnose. Nu hopen dat de antibiotica aanslaat, anders wordt het huiswaarts keren!

Dinsdag na het ontbijt de bus op richting Saint Louis in het noorden. Dit was de vroegere hoofdstad van Senegal en een koloniaal juweeltje. Onderweg krijgen we een eerste indruk van het landschap, van hoe de mensen langs de grote banen leven en trachten hun waren te verkopen, niet alleen aan de lokalen, maar ook aan de reizigers en passanten. In Saint Louis, na een lunch langs het water, worden we gelogeerd in een prachtig oud-koloniaal hotel : La Maison Rose. Hier blijven we 2 nachten. Dat het een beetje vergane glorie is nemen we er met plezier bij omdat de sfeer er zo uniek is. In de namiddag een rondrit door de stad met paard en kar. Zodra we een stap buiten het hotel zetten worden we aangeklampt door straatventers. Ze trachten hun – meestal zelfgemaakte – waren aan de man te brengen. Mustafa, onze gids, meldt dat afbieden in Senegal een sport is, het hoort bij elke aankoop! ’s Avonds wacht ons een verrassing van formaat : diner, met persoonlijke barbecue per tafel, op het dak van een naburig hotel, enkel voor ons gezelschap, met begeleiding van een schitterend orkestje en onder een prachtige sterrenhemel……unieke avond.

De volgende dag trekken we naar het Nationaal Park van Djoudj, trekpleister en broedplaats van de pelikanen en een hoop andere watervogels. Met een bootje het water op en vogels spotten maar. Wisten jullie trouwens dat pelikanen – in tegenstelling tot de meeste Senegalezen – monogaam zijn! Ondertussen wordt het lekker warm (+/- 30°) en wordt er lustig water gedronken. Na een gezellige lunch onderweg krijgen we een vrije namiddag in Saint Louis. De meeste beslissen om een bezoek te brengen en samen iets te drinken in ‘Hotel De La Poste’, stopplaats van de postvliegtuigen op hun reizen van Europa naar Amerika. Het geheel ademt nostalgie uit. Dit is ook het moment om elkaar wat beter te leren kennen.

Donderdagmorgen, na het ontbijt, vertrekken we richting ‘Le Lac Rose’. Bij aankomst in de nabij gelegen lodge, waar we onze bagage al mogen afgeven, stappen we over in 2 camion-jeeps voor een ritje rond het meer, de uitleg van de zoutwinning en een dolle rit in de duinen van de Parijs-Dakar- rally. Na veel oooooh’s en aaaah’s, gehoss en gebots, een prachtige groepsfoto en voetjes in het water van de oceaan, wacht ons de volgende verrassing. Teruggekomen in de lodge worden we naar onze slaapplaats voor de nacht gebracht : een heus tentenkamp, helemaal alleen voor ons opgebouwd. We krijgen een symbolische sleutel overhandigd en gaan op ontdekkingstocht. De tenten zijn mooi, groot, tapijt op de grond, eigen ‘badkamer’ met wasbak en toilet’, wat verzorgingsproducten. Zwemmen of douchen kan in de nabijgelegen lodge, wat de meesten ook doen na al dat zand. En dan is het tijd voor een heuse djembee-les. Het lijkt allemaal veel eenvoudiger dan het is, maar na wat oefenen, krijgen we toch een leuk cano-effect en een 8,5/10 van onze leermeesters. Dan is het tijd voor het aperitief, en het rijkelijk buffet. Nog een glaasje muntthee onder de mooie sterrenhemel en we kruipen onder het muskietennet.

De volgende dag gaat het richting Le Lamentin, hotel met alles erop en eraan in het toeristische Sally. Daar vinden eindelijk we ook Thierry terug. De rust, de zon en de goede zorgen van zijn Monique hebben hem deugd gedaan en hij staat te popelen om samen met ons eindelijk naar ONS project te gaan.

We vertrekken na de lunch onder begeleiding van Pape, de dorpsleider en iedereen die er nog nooit geweest is, weet ook niet goed waaraan hij zich moet verwachten. We rijden weg van de hoofdbaan, een km of 10 over een slechte zandweg en dan zijn we er. We worden opgewacht door vele kinderen en enkele mama’s. De mannen zijn gaan werken. We zien de waterput die gebouwd werd en waarmee het project in 1999 startte, bezoeken de ‘Case de Santé, waar de verpleger ons glunderend staat op te wachten en dan de kleuterschool. Aangezien het onderwijs in Senegal in het Frans wordt onderricht en de meeste mensen enkel Wolof spreken, krijgen de kleuters van 3 tot 5 jaar hier les zodat zij op 6 jaar het staatsonderwijs kunnen volgen. De kleuters trakteren ons op liedjes, de kinderen laten zich gewillig fotograferen en de ouderen van het dorp komen ons bedanken voor al onze inspanningen die aan hun kinderen een toekomstperspectief geven. Daarna, enkele kilometers verder naar het naburig dorp waar vorig jaar een moestuinproject opgestart werd. Vooraleer we dit kunnen bekijken, moeten we voorbij de ‘erehaag’ van alle kinderen, in een kring op schoolbanken gaan zitten waar er voor ons wordt gezongen en gedanst. Trots wordt ons ook gemeld dat de eerste oogst binnen is, en dat zij een eigen irrigatiesysteem op poten zetten.

Dit bezoek, deze middag heeft op elk van ons een diepe indruk gemaakt : de vele lachende gezichten en de vrolijke gezangen bij mensen die zo weinig hebben, die zo blij zijn met wat wij hun ‘willen’ geven. En dan terug naar de ‘grand luxe’ van de Lamentin. Toch iets om even bij stil te staan.

Zaterdag staat een bezoek aan het schelpeneiland Joal Fadiouth gepland.  Het dorp bestaat uit twee gemeenten die met elkaar verbonden zijn door een houten brug.  Het is erg pittoresk, gebouwd op een eiland dat bestaat uit schelpen. In tegenstelling tot de rest van Senegal is op het eiland 90% van de bevolking christen en hier zijn dan ook enkele varkens gespot, wat uiteraard in de rest van het land niet is. Het is hier ook dat de dichter-president Leopold Sedar Senghor geboren werd en we krijgen ook de gelegenheid om zijn geboortehuis te bezoeken onder leiding van de conservator met wel ludieke verhalen en een heel speciale opdracht voor Theo. Eten doen we in het pittoreske Maison du Pecheur, waar we de gelegenheid krijgen om de lokale vissers aan het werk te zien.

Zondag = rustdag blijkt ook tijdens deze reis van toepassing. Vandaag mag alles en hoeft niks….. zalig genieten van de zon, het zwembad, de zee en een heerlijke massage…… Enkel Ivo en Danny gaan nog wat rieten manden kopen om mee te brengen naar België. Om 17u30 worden we op het strand verwacht om met een hapje en een drankje met heel de groep samen naar de zonsondergang te kijken. Heel mooi en speciaal, heel warm gevoel. ’s Avons maken we ook kennis met de nieuwe (derde) vrouw van Pape.

Maandagmorgen, laatste dag op Senegalese bodem. Koffers pakken, de gekochte goederen laten inpakken, uitchecken en de bus op om in Dakar, met zicht over de baai samen te lunchen. Daarna met de boot naar l’Ile de Goréedat al sinds 1978 op de werelderfgoedlijst staat van de Unesco, heeft een bijzonder karakter en is één van de belangrijkste getuigen van de trans-Atlantische slavenhandel. Op maandag is in principe het Slavenhuis gesloten, maar speciaal voor ons wordt er opengedaan. En hoe! Op de trappen van het huis staat een Afrikaans zangkoor – niettegenstaande de warme zon krijgen we allemaal kippenvel van dit moment. De conservator geeft ons zijn (afgerammelde) tekst over de geschiedenis van het huis. Na een korte wandeling over het eiland, een hapje en een drankje speciaal voor ons opgesteld, is het voor de meeste de laatste gelegenheid om wat souveniers uit te kiezen. De onderhandelingstechnieken worden op scherp gesteld, de laatste CFA’s uitgegeven en enkele goede deals gesloten. Iedereen lijkt tevreden.

Dan is het tijd voor de terugkeer met de boot, de bus op, de bagage te verdelen, het vliegtuig op te stappen voor een nachtelijke vlucht naar huis met een hoofd vol indrukken en een hart dat overloopt van dankbaarheid voor deze prachtige reis met hele warme mensen.

Copyright © 2017. All Rights Reserved.